Geen ontsteking
startinstelling gasklep is niet juist.
-Voer de startstroomkalibratie uit
Afstand elektrodes is niet juist.
-Controleer afstand tussen de elektrodes en de afstand tussen elektrode
en brander
Ontsteekelektrode beschadigd.
-Ontsteekelektrode vervangen
Gaskraan niet geopend.
-Open gaskraan.
Geen gas aanwezig.
-B-klep dichtgevallen, gaskraan dicht, controleer aanwezigheid gas.
Ontsteekkabel onderbroken of niet juist aangesloten.
Controleer kabel op kortsluiting, breuk en/of oververhitting.
Bougiedop defect.
-Controleer bougiedop op scheuren, aansluiting en vocht. Vervang dop
wanneer nodig.
Ontstekingstrafo defect.
-Controleer vonk tussen de ontstekingspennen. Wanneer afstand tussen
pennen juist is en er geen vonk is, vervang dan de brander automaat
inclusief ontstekingstrafo.
Sifon verstopt.
- Demonteer het sifon en maak deze, inclusief condens afvoerleiding schoon.
-Demonteer brander unit uit het toestel en spoel wisselaar en condensleiding