Door de regeling is geen waterstroming geconstateerd. Automatische ontluchtingscyclus wordt gestart. Wanneer tijdens deze cyclus waterstroming wordt geconstateerd, wordt de ontluchtingscyclus beëindigd en de brander vrijgegeven.
Zorg dat er voldoende doorstroming mogelijk is.
Controleer de werking van de pomp.
Ontlucht de installatie indien nodig.