door de regeling is geen waterstroming geconstateerd.
Ontluchtingscyclus wordt gestart. Wanneer
tijdens deze cyclus waterstroming wordt geconstateerd,
wordt ontluchtingscyclus beëindigd en brander
vrijgegeven.
Controleer de circulatiepomp. Controleer de installatie
op luchtinsluitingen;
Extern ingebouwde installatiepomp zonder hydraulische
ontkoppeling en zijn invloed op de drukverhoudingen.
- controleer de pomp op functioneren en/of de waterdruksensor
op juiste werking;
- Vervuiling of moeilijk draaien van de pomprotor;
- controleeer bedrading pomp en waterdruksensor