Geen Vlam
1. De vlam van de brander is niet aangegaan of is onverwacht gedoofd.
2. De elektrische voeding is niet correct.
3. De condenssifon voert niet goed de vloeistof af, en is tot boven het veiligheidsniveau gevuld
1. Druk op de knop "Reset"om de ketel opnieuw aan te zetten. Indien het probleem zich opnieuw voordoet, controleer dan of de gaskranen van de ketel en de meterkranen open zijn en of er gas in het distributienet of in de tanks is (de toevoer kan onderbroken zijn voor werkzaamheden). Als het gasfornuis door dezelfde gaslijn gevoed worden, probeer dan een gasplaat aan te steken.
2. Druk op de knop "Reset"om de ketel opnieuw aan te zetten. Indien het probleem zich opnieuw voordoet, laat dan een technicus controleren of de verbindingen Fase, Nulleider en Aarde correct en werkend zijn, en in het bijzonder dat Fase en Nulleider niet omgewisseld zijn. Anders kan de ketel niet de aanwezigheid van de vlam registreren, ook niet als die aangaat. Het probleem kan ook worden veroorzaakt door een onjuiste distributie van de elektriciteit door de elektrische energieleverancier (nulleider in onbalans).
3. Druk op de knop "Reset"om de ketel opnieuw aan te zetten. Indien het probleem zich opnieuw voordoet, laat dan een technicus controleren of de sifon en het condensafvoersysteem goed werken.
Notitie voor de TECHNICUS: Als is vastgesteld dat de oorzaak echt een probleem is van de condensafvoer, is het noodzakelijk de brander te openen en inspecteren, maar PAS nadat de afvoer is ontstopt en de opgehoopte condens is verwijderd. Het foutcode wordt veroorzaakt door het feit dat de condens reeds deels de verbrandingskamer heeft gevuld en de ionisatie-elektrode heeft bereikt, waardoor de registratie van de vlamionisatie wordt belemmerd. De elektrode zit laag en daarom veroorzaakt het een fout voordat de condens de brander bereikt, maar dat gebeurt wanneer het niveau reeds boven het onderste deel van de sluitdeur van de brander is.